20 Naarleving van de groAet en andere Wetten. Uit de beantwoording van 15.policieis genoegzaam gebleken, dat de naarleving van de grondwet en andere wetten,alhier op den voorgrond staat,en in zovele rapporten als wy,hetzy ver- trouwelyk of periodiek,hebben ingezondenhebben wy het genoe gen gehad,in dien geest te kunnen berigten,en voor zoveel nodig herhalen wy het alnog ten deze,dat de bewustheid eener noodzakelyke ondergeschiktheidalhier algemeen is,zodanig dat by geene gelegeheid hoegenaamd,hetzy by het bekend worden van staatsstukken aangaande de behandeling van zaken by het Gouvernementten aanzien van het vaderland,hetzy by byzondere omstandighedenzoals het doen uittrekken van den eersten ban der schuttery,welk een gevolg was van de langdurig onzekerheid der toekomstgeen het minste spoor van tegenstre ving is ontdekt geworden;deze onderworpenheid is dezelfde in hogere en lagere standen,en dus zowel by hun welke de wetten en besluiten moeten ten uitvoer leggen,als die slechts geroepen zyn daaraan te beantwoorden, 21 Rust.goede orde en Veiligheid. De vorige^ met deze in enig verband staandewordt daaraan alsook tot15 gerefereerd in welke laatstgemelde ook speciad. is vermeld,dat de landlopery ten stipte wordt tegengegaan terwyX zowel de Militaire Magt als wy,zich daaraan thans byzonder laat gelegen zyn;voor zowel de overtreding der des- wegens bestaande verordeningen echter wordt ontdekt,en hetgeen dan al spoedig plaats heeft,zyn de schuldige dadelyk achter haald en voor de competente Autoriteit gebragtwaaromtrent

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1831 | | pagina 33