stellen dat de aangifte voor het Ryk niet geregeld plaats had alzoo,zonder het vertonen der kwitantie daarvan,de restitutie der gedachte stedelyke cautie niet kan erlangd worden.Het schynt nogthans.dat ook van 's Lands wege nadere verordening en daaromtrent zullen ingevoerd worden;en dat is dan ook in onderscheidene opzigten als wenschelyk en doelmatig te besch ouwen,gelyk wy daarvan,onder anderen by onze Missive aan U.E. Q O van den 29 April 1831 N 288,tot berigt op die van den Heer Kontroleur der Belastingen binnen deze stad,hebben melding gemaakt.De sluikhandel der overige landelyke middelen,kan th ans verder alhier frequent worden gedreven,alzoo de toenade ring to "t^de stad,door alle andere wegen dan stads-poorten en de Haven,byna volstrekt onmogelyk is,hetwelk echter vroeger veelal over stads Grachten en wallen plaats hadin weerwil zulks immer met gevaar vergezeld werd. 3 O Dat het by onze Missive van den 21 December 1830 N 815, gedane verzoek,om namelyk de personele belasting voor de Deuren en Vensters voor 1831,nog niet te verhogenofschoon de in dat jaar gedane volkstelling een totaal van 11097 had aan.- O geboden,volgens rescriptie van den25 January 1831 N 3,Afdel ing Directe Belastingen,is afgeslagen,immers zoo lange by een volgende beschryving niet werkelyk werd bevonden,dat de bevo lking weder tot beneden de 10000 zielen was verminderd,daar van hebben wy reeds by ons vorig verslag in fine van dit artikel melding gemaakt. 2 Tydige Afkondiging van de Kohieren Belastingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1831 | | pagina 3