Zoo wel uit de Bydragen der Stedelyke Begrooting als Stads
Rekeningenkan blyken,welke aanmerkelyke sommen tot
onderhoud der Publieke Gebouwen worden ten koste gelegd,
terwyl ook nog suocessivelyk gebouwen zyn aangekochtzoo
als daarvan laatstelyk by het vorig verslag is melding ge
maakt en zulks(hetgeen wy met byzonder genoegen hierop
thans kunnen laten volgenzonder dat dit een voortdu
rend bezwaar voor stads kasse door de betaling van In
teressen, behoeft op te leveren,alzovermits de daartoe besta-
0
ande gelegenheidby deliberatie van den Raad van den 8 Au
gustus 1831 uit Caan Heeren Gedeputeerde Staten autorisatie
is verzocht(welke ook by HEGA Besluit van den 26edaaraan
volgende Litt K,Financie gereedelyk is verleend)tot aflossing
in eens van den restant koopschatder in 1829 by de stad aan
gekochte huizinge van de Erven Havermans als mede die van het
gebouw de Pelmolen,in 1830 van den Heer Ingenhousz ver
kregen, waarvan het gezamelyke restant bedrag,met het versch
enen Interessen en de kosten op de afdoening gerezen,zamen
over de 15000,- beliep.
Ook omtrent de gebouwen aan de gestichten behoorende,
kunnen wy berigten.dat dezelve behoorlyk worden onderhouden,
ofschoon weinige dier administration onder ons byzonder
toezigt staan.
Ten aanzien van den grote toren,is het verschil met kerk
voogden nog niet getermineerden zelfs daaromtrentin het af
gelopen jaar,geene correspondentie meer gevoerdzynde de zaak
by rescriptie aan U.E. namens de Raad van den 260Juny 1830
N°378