Breda den 31 January 1833
No.116
Beantwoording aan de
Circulaire van den
20 December 1825 No.61
volgens de daarby
bygevoegde Nota
Onderwerp
Verslag over 1832 Op het voetspoor van de voorgaande Jaren
en ter voldoening Aan Uwer Excellent herinnerende
missive van den 6e December 1832 A No. 24 Af deeling
van Policie, hebben wy de eer door deze aan te bieden
het verslag der Aministratieve bemoeyingen
voor deze Stad,over gem. voor afgeloopen Jaar
waarby wy weder tot leidraad hebben genomen
de Nota voor de te behandelen onderwerpen en
aangelegenheden, gevoegd by de Circulaire heirnevens
gemeld, komende alzoo in aanmerking.
1Inning van 'S lands Middelen
Waaromtrent wy over het geheel genomen, al dade-
lyk weder gunstig mogen rapporteren, daar niet
zoodra de aanslagen bekend zyn, of een ieder, ten
minste diegenen wien hwt daartoe niet aan het
vermogen ontbreekt, voldoet, dadelyk de versche
nen termynen der Directe belastingen,trouwens daar
de panden daarvoor arrestabel en executabel zyn,
en dus de betaling, hetzy korter of langer vertraagd
wordende, immer geschieden moet, en deze varpligting
telken Jare terugkeert. Zoo is het natuurlyk dat
daarop zoo tydig mogelyk wordt gerekend. Nogthans
moge dit alzoo niet worden verstaan, alsof er
geene billyke redenen tot reclames zouden existeren
daar het tegendeel waarheid is, want hebben wy
in vorige Jaren, van de beantwoording van dit
artikel gebruik gemaakt, om te kunnen herinneren, aan
de overbelasting van niet minder dan ƒ94,90216-15
welke op het District Breda, en dus ook proparte
