■J
rescriptie dezer zyds aan uwe Exc van den 26 Juny 1830
N378/waarby tevens was gevoegd eene schetstekening van
den toren en eene raming van kosten tot herstel van
Gen kwesties gedeelte ad ƒ8510- zyn moeten terugkomen
uit aanmerking ons uit een op onze last,door den stads
Architect opgemaakt nader Proces verhaal,was
gebleken,dat door het loszitten van stenen op onderscheidene
punten tusschen die omgangen by het minste toevalligtelyk
grote ongelukken ontstaan konden,en by welk nader
adres door ons werd verzocht,dat Uwe Exc de nodige
demarches geliefde te doen,ten einde de vereischte maat
regelen van voorziening spoedig mogten worden genomen;
waarop by Uwer Exc besluit van den 3 December 1833 A N 51
Afd Griffie,is verzocht,dat ten einde by het Gouverne
ment eene finale beslissing in deze kunne geprovoceerd
worden,door het Stedelyk Bestuur en Kerkvoogden
respiaan uwe Exc:zou worden ingezonden eene Memorie,
houdende ontwikkeling der gronden van ongehoudenheid
tot herstel en der verpligting daarentegen van partygestaafd
met alle mogelyke bewysstukken en voorts met lastom in
middels van stadswege de nodige maatregelen van voorziening
tegen de bestaande gevaren te nemen en die kosten by voorschot
uit de stedelyke geldmiddelen,ongepregudicieerd het regt
der stad te kwyten;Daar nogthans,by eene daarop gedane
nadere nasporing in de tetro-acte,uit de Notulen van den
Magistraat van 29 April 1771 stellige is gebleken,dat slechts
het gedeelte der Toren gerekend van boven de wyzers der stad
aangaat(voor welk aandeelvolgens de rekening van 1773 ƒ3030
is betaald),Zoo heeft de Raad bezwaar gemaakt om van
Stadswege de herstellingen te laten doen,maar zich bepaald
om by missive van den 24 December jl N729 uwe Exc te
verzoeken doch door UAEG tusschenkomst door wie het aangaat
spoedig in de bedoelde defecten worde voorzien,en wy twyfelen