af te nemen om de stenen daarvan tot aanvulling te kunnen
gebruiken.
De schouwvoering van de Rivier de Mark beneden de stad,
is door de Heemraadschap van Mark en Dintel weder ten
bepaalde tyde geschiedmaar van het gedeelte dier Rivier
boven de Stad,hetwelk aan ons is gedemandeerd gebleven,
heeft zulks om de voortdurende inundatie weder niet kunnen
plaats hebben.
Tevens ten gevolge het daartoe gedane voorstel door de
Plaatselyke Geneeskundige Commissiehebben wy den Heer
Generaal-Majoor Opper-Kommandant dezer Vesting verzocht
om gedurende het warme Seizoen,de Spuyingen door de
Sluis aan den zogenaamde Moonest ter doorspoeling
der stad van het Noord-Oosten naar het Zuid—Westen
te vermenigvuldigen en om het water beneden de stad op
redelyk Peil te houden,en hieraan is door Z.H.B.G
gereedelyk voldaan,wat het eerste betreft,wel slechts
in zo verre zulks de noodzakelykheid,om,by het
veelal droge weder,het water ook boven de stad,voor de
inundatienog te behouden,gedoogde,doch is omtrent
het 20punt door Z.H.E.G. by herhaling geschreven aan
het Bestuur der Haven en Sassen van Zevenbergen om
water door het kanaal aldaar in te laten,gelyk zulks dan
ook in voldoening van Uwer Bxc by die rescriptie
aangehaalde laatste besluit van den 17 September 1832
A N 12,vrywel is nagekomen.
Ook is tot voorkoming van schadelyke uitdampingen
door de vaart achter de Ginnekenstraat(zynde een zytak
der Rivier de Mark vanaf de inundatie sluis)aan den
Heer Majoor eerst aanwezenden Ingenieur.verzocht
Van tyd tot tyd enige spuying door het in het verledene
jaar op kosten der stad weder in orde gebragte hulpsluisje
gelyk daarvan in het vorig verslag is melding gemaakt,