Weldadigheiddoor- de oorrespondenten alhier ter stede,een jaarlyks verslag aan het Hoofdbestuur daarvan in deze Provincie wordt ingezonden en weder de jaarstaten van het arm wezen door ons opgemaakt wordende,even daartoe betrekke- lyk is begrepen. Omtrent de Bank van Lening hebben wy al het vermelde deswegens in de vorige jaarlyksche stedelyke ver slagen, ditmaal niets byzonders mede te delen;alleen moeten wy hier,tot vervolg op het aangestipte daaromtrent in het verslag over 1832 nog byvoegen,dat vermits de beleningen nog gedurig aan toenemen,en zelfs in de laatste tyd,zeer aanzienlyke panden zyn ingebragt,het verleende crediet op stade-kas van ƒ5000,- in de maand November jl volkomen was geabsorbeerdzodanig dat de Raad tot voorkoming van stagnatie in den dienst,is verpligt geweest dat crediet nog met 3000,- te verhogen;doch is nogthans by die gelegen heid,de commissie van Administratie aangeschreven,om by eene veronderstelde doorgaande behoefte van meerdere gelden dan het vroeger werkend kapitaal van ƒ30000-(hetwelk in het vorig jaar van stadswege by Jochems en zoon in 'sHage is afgelost)als dan daaromtrent zoveel mogelyk bepaalde opgave te doen,ten einde kunne worden gedelibereerdof dit meerdere kapitaal dan ook nog mede uit de stedelyke kas tegen eenen matigen intrestzoude kunnen geschoten worden. Wat de spaarbank betreft deze erlangt alhier ter stede geene grote uitbreiding,waarin de vrees in de tyd by sommige,dat zy zich,om de daling na de Belgischen opetaad aer landelyke effecten,niet zoude kunnen souteneren waarschynlyke het hare heeft bygebragtnogthans heeft geen der beleggersschade geleden.By de jaarstoelen omtrent het Armwezen ook die van gen.Spaarbank behorende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1833 | | pagina 26