wordt verder by deze daartoe gerefereerd.
13 OnderwysOmtrent het onderwerp aan deze stads Latyn-
sche school waartoe het Personeel thans en dezelfs geheel is,
hebben wy geene byzondere mededelingen te doen,met genoegen
kunnen wy echter herhalen,dat den meerdere bloei der scholen,
(welke zo zeer in verval waren gekomen)voortgaanalaoothans
reeds 23 leerlingen aldaar onderwys erlangen.
Aan de weduwe van wylen den Conrector Fontier van 's lands-
wege ƒ200,- eens toegekend zynde,mits de stad aan haar ƒ100,-
verleende,is daarin,volgens het vroeger,te kennen gegeven,
dadelyk toegetreden,en heeft zy die beide gratificatiën dan
ook vervolgens genoten.
Hoewel in het verder lager Onderwys alhier ter stede geenen
teruggang heeft plaats gehad,hebben wy nogthans den persoon
van Hendrik Knuvener gezegd Scheffersvroeger Adjunct-
onderwyzer der 1süyks Kweekschool voor onderwyzers te Lier
bezittende den tweeden vang en laatstelykonder Provisioneel
genot van de helft van zyn Traktement in gen. betrekking
woonachtig te Haarlem op dezelfs daartoe in de maand
October 1833 ingediend rekwest,na ingewonnen rapport door
ons daarop van den Heer Schoolopziener van het b ditstrikt
dezer Provinciegeadmitteerd tot het oprdgten alhier ter stede
eener byzondere school van de 2e Klasse;doch op de vervolgens
gerezene bedenkingen omtrent onze bevoegdheid daartoezonder
observantie alvorens der formaliteiten volgens Z.M. Besluiten
van den 27 Mei 1836(Staatsblad N°9) ,en 13 Augustus 1831
(Staatsblad N°26),hebben wy Uwe Exc deswegens geadieerd
6 O
by onze Missive van den 2 November 1833 N 638,met de
nodige opmerkingen en consideratien,en is by U.A.B.G.reecriptie
daarop van den 5 dier maand A N7 Afdeling van Policie te
kennen gegeven,dat voortaan omtrent de benoeming of admissie
van schoolonderwyzers.overeenkomstig de bestaande verordeningen
moet worden te werk gegaan,doch dat ten aanzien van
Knuvener Scheffers de vereischte magteging aan het Departe—