dat de invoering daarvan bezwaarlyk zal vallen, daar het kohier der Patenten,dat te voren ƒ6000,4 ƒ7000 beliep,thane in principaal ƒ11.155,70 en met de opcenten ad ƒ1259,17 tot de som van ƒ15394,87 en dus tot twee en een half maal het vroeger omontant iB gestegen; terwyl de Personele Belasting,alsmede exorbitant is opgevoerd,hetgeen wel gedeeltelyk in de wet zelve ligt opgesloten,maar ook tevens door hare toepassing wordt veroorzaakt,daartoch met onderscheidene aangiften van de huurwaarde,welke naar ons inzien,niet slechts maar ook opgrond dat daarmede vroeger genoegen is genomen,als zeer redelyk moesten worden beschouwd, thans een herzinning hebben moeten ondergaan,met dat gevolg.dat zelfs zulke,die reeds uit eigen motief tot voorkoming van moeylykheden,de aangifte had den verhoogdvervolgens nog zyn opgevoerd en beboet geworden;en indien het bezwaar reeds groot is voor de meer gegoede standen,dan is het niet mogelyk te bevatten,dat vele van mindere klasse van inge zetenen, volstrekt buiten staat zullen zyn die Belasting te voldoen,gelyk zich trouwens dan ook reeds onder scheidene tot ons hebben gewend,om daarin ten hunnen behoeve te voorzien,maar het zelve uit den aard der zaak buiten ons bereik ligtofschoon wy het drukkende daarvan ten hunnen aanzien maar al te zeer gevoelen en ook daarom hiervan ten deze opzettelyk melding maken,te meer,dewyl by de opneming 6 6 van de 2 en 3 grondslagen,gelyk die volgens uwelyk besluit van den 9°Mei 1833 (Prov blad N°80),heeft plaats gehad,aan de Ryksschatters genoegzaam is kunnen blyken,dat de bedoeling alhier alge meen bestaat,om zich maar de verordeningen te gedragen,gelyk ook van onze zyde,aan alle aanschry- vingen deswegens ter bevordering van de aangiften

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1833 | | pagina 2