Wat betreft de liquidatie der nog achterstallige geblevene 2/3 van de interessen der obligatien ten laste dezer stad over de jaren 1810 tot en met 1814 alsmede de voldoening van gelyk 2/3 der lyfrenten van de gewezen Burger kapiteinswelke over 1810 tot en met 1813 ingesloten,eveneens zyn onvoldaan geblev en daaromtrent is by missive van den Raad van 25 April 1833 N276,op grond van eenen overeenstemming met de daarby gevoegde rapport van eenen commissie uit de vergadering aan Heren Gedeputeerde Staten voordragt gedaan,gelyk ook tevens omtrent het nader onderzoek wegens de nog resterende lopende eigen stads schulden,En is daarop ten gevolge der verwyzing van Z.E.Eymberts Ploren, tot deze stad,omtrent de voldoening Zyner pretensie wegens in de jaren 1813 en 1814 geleverde wynen,aan de geallieerde troepen nog teruggekomen;doch daar deze zaak by welgem.H.E.G.A.nog aanhangig is,zullen wy daaromtrent alhier niet verder uitweiden,maar dit ons verslag wegens de Stedelyke aangelegenheden over 1833 kunnen sluiten. Burgemeester en Wethouders der stad Breda getekend De Roy Ter ordonnantie van dezelver De Secretaris der stad getekend H.W.Schauikes

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1833 | | pagina 37