3& 0 loopende Schulden, nog eene langdurige bemoying zoude vereischen en dies daaromtrent nog geene voordragt kon gedaan worden. Doch tot vermelde uitbetaling by H.E.G.A. opgevolgd besluit van 25 July 1834 Litt GG autorisatie verleend zynde, dat ook al spoedig voor zoo veel de interessen en lyfrenten betreft, daarmede is aangevangen, en zulks al in zoo verre byna geheel zoude zyn afgeloopen, in dien niet nog sedert by missive van den Raad van 11 December No.660 aan H.E.G.A. was voorgesteld, om, van het vroeger aangenomen principe om namelyk de gedurende de Fransche overheersching uit Stads-Kas gesubsidieerde Administraite van den Armen en die der Godshuizen het Oude-i-mannen-Gasthuis en R.K. Veeshuis/ en de verevening slechts in zoo verre te doen deelen als het zou blyken dat de interessen der reeds in die jaren, by dezelve in bezit geweest zynde obligatien, te genotene subsidien te boven gegaan,- om, zeggen wy, van dat Principe ten aanzien van den Arraen-uithoofde der daarby medegedeelde af te wyken, en dus die Subsidien niet in contra tekening te brengen, en dewyl vervolgens door H.E.G.A. reeds by besluit van den 12 December daaraan volgende Litt, E Afd. van Financie, hiertoe auto risatie is verleend, zal deze operatie voor het 1/3 als nu spoedig geheel kunnen afloopen. Doch ten aanzien van de aanvankelykv.gedeeltelyke verevening wegens de Russische en Pruisische Troepen is de zaak nog niet zoo verre gevorderd, uithoofde de Raad heeft begrepen, dat, hoewel de Staten daarvan reeds, in overeenstemming van die„wëlke vroeger aan het Gouvernement zyn opgezonden gewees£, in ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1834 | | pagina 30