reedheid waren, die pretentien als nu nog meer be- paaldelyk behoorden te worden getoetst, waarmede de Raad zich thans onledig houdt om na afloop waarvan met liquidatie ook zal voortgegaan worden; ter wyl eindelyk met het onderzoek ten aanzien der overige Stedelyke loopende Schulden, almede is aangevangen en hetwelk, zoo veel de mogelykjieid van dit werk zulks toelaat, ook zoo veel mogelyk zal worden bespoedigd. Hoewel gelyk hooger gemeld, Stads Kas in Staat was tot die liquidatie; heeft nogthans daartoe nader by gedragen, dat in de maand July 1834 volgens de wet van den 28 April 1834 Staatsblad Ho.12/ zyn afgelost de ƒ10000 aan obligatien op het Ryk a 6prc. afkomstig van de inschryving door de Stad voor die Som, in de vrywillÊge geldlening volgens de wet van den 28 Juny 1831 /Staatsblad No,20 en voor welke Somme, uit aanmerking dier aanhangige Stedelyke liquidatie., geene schat- Kist beletten h. 4 pet. zyn genomen, gelyk daartoe tevens de faculteit was gegeven. Zoo veel hebben wy noodig geacht tot eene genoegzame volledigheid van dit verslag, op dit in vorige rubrieken mede te deelen of te herinneren, en vlyen ons, dat, daar aan gelegenheid op die tot het dagelyks beheer behooren hierby op te nemen, hierdoor ook nu weder aan Uwe Exe intentie behoorlyk zal zyn voldaan. Burgemeester en Wethouders der Stad Breda geteekend De Roy Ter ordonnantie van dezelven De Secretaris der Stad geteekend H.W. Schauikes.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1834 | | pagina 31