klagte vervolging was ingesteldmet verzoek om,by aldien ten aanzien van gemelde tweede Klagtbank,nog andere maatregelen behoorden genomen te worden,ons alsdan deswegens te willen voorlichten,doch hieromtrent is by ons geene rescriptie ontvangen,en heb ben wy alzo deze zaak daarby laten berusten, wordende niettemin door den Kommis- saris van Policie met de vigilantie daarop voortgegaan. Verder hebben wy by onze rescriptie van den 30 Mei 1835 N 330 tevens naar aanlei ding de door Uwe Excellentie gecommuniceerde missive van Zyne Excellentie den Minister van Financie en den Heer Inspecteur der Linie gerapporteerdhoedanig is te werk gegaan,om de Clandistine diensten door,of in verband met P.van den Broek,van deze Stad op de Moerdyk en op de route van Antwerpen,te constateren,en van hetgene daaromtrent meerder is verrigt,met byvoe- ging van afschriften der aan de Regtbank ingezonden processen verbaal en van de oonduc- toire missive aan ons van den Kommissaris van Politiegelyk ook nog op den 5 Juny Sub N 338,een nader proces verbaal we gens den post of snorwagen op den Moerdyk aan U.H.E.Gestrenge is medegedeeld;doch in weerwil wy deze contraventie als volkomen bewezen moesten beschouwen,is nogthans door de Regtbank alhier,in dien zin niet de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1835 | | pagina 25