Aan deze onderwyzer is by koniklyk besluit van den 11 Maart 1835 N 68,op deszelfs gepresenteerd rekwest,nog voor dat jaar de halve bezoldering ten bedrage van ƒ400-toegekendals gewezen Adjunct— onderwyzer by S'Ryks kweekschool te Lier. Wy hebben reeds in het vorig verslag opgemerkt dat door den opgang die gem.school heeft gemaakt, de overige onderwyzers aanmerkelyk in hun belang hebben geleden,en byzonder A.Terpoorten en P.D.de Somer,den eersten van welke,die in 1834 eene toelage van Zyne Majesteit voor eens van ƒ200,-heeft genotendaarop nogmaals is terug gekomen met dat gevolg dat hem nader gelyke som is toegekend ter- wyl aan den laatsten in 1835 ƒ100,- is toegestaan. Omtrent Stads Armenschool en het Stads- Teeken Instituut jaarlyks afzonderlyk opgave gedaan wordende,zal het genoegzaam zyn hierby te kennen gegeven,dat deze aan het oogmerk der instelling allezins blyven voldoen en dus de opoffe ringen der stad daaromtrent als welbetreed zyn te beschouwendragende voor gezegde Instituut daartoe ook vooral by,dat jaarlyks voor de meest verdienstelyke kwekelingen,twee zilveren medail- jes van konings wege kunnen uitgereikt worden. 1 4 Maten en Gewigtenstelsel. De gewone heryking der in 1834 en vroeger geykte lengtematen,inhoudsmaten en gewigten,alsmede der onderscheidene tinnenblikken en houten vochtmaten,heeft naar aanleiding der ordonancie van Heeren Gedeputeerde Staten,vervat in het Provinciaal blad van 1835 N 65,volgens tydsbepaling door den Arrondissements yker,alhier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1835 | | pagina 32