Vervolgens is in de avond van den 20 Augustus, brand ontstaan in een timmermanswinkel ach ter het huis van en toebehoorende aan Josephus Johannes Brasselen,welke' brand voor den sterk bebouwden kring aldaar,tusschen de Groote markt,korte brug- en karrestraat) een zeer dreigend aanzien nam,doch gelukkig is gebluscht gelyk van een en ander,by ons rapport van den 21 Augustus N 475 is kunnen blyken.doch ver mits er geene termen om schadevergoeding te verzoeken aanwezig waren,is daarvan den 1 Sep tember Sub N 490 negatief berigt ingezonden. Overigens heeft deze stad het geluk moge hebben,dat haar dat jaar geen byzondere ram pen en onheilen hebben getroffen. Wat de innundatie betreft,deze heeft,hoewel minder nog te veel plaats gehad,dan dat van de weilanden boven de stad,het hooi is kunnen worden gewonnen. Op last van Z.Excell den Generaal der Infanterie Opperbevelhebber dezer vesting,is het uitgeschoten Schaarhout ,tot op 376 ellen van den verboden kring in het najaar weder moeten gekapt worden,waar aan door de eigenaars bereidwillig is voldaan. 24 Medewerking van Autoriteiten en Ambtenaren. Deze laat niets te wenschen over,gelyk wy de gelegenheid hebben gehad,zulks reeds in de voorgaan de jaren te vermelden,en dus ook niet van de zyde der Militairen Autoriteitofschoon deze vesting, die nog immer in staat van beleg zy verbleven;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1835 | | pagina 40