erlangen.- Er is vervolgens by dispositie van Z.E. den Heer Minister van Financien (Afd. Posteryen) van 19 November 1836 No.37 het verzoek der adressanten,- tevens om de vroegere afwyzing door Z.M. der gevraagde concessie door gem. Loyens,- gewezen van de hand; terwyl ook nog nader eene declinatoire dispositie deswegens voor M. Loyens zelve is ingekomen.- Uit het by onze missive van den 15 January 1837 No.37, aan Heeren Gedeputeerde Sta ten ingezonden afschrift van het kort verslag door den Kommissaris van policie opgemaakt van de wyze van vervulling der diensten van de alhier ter Stede aankomende en afry- dende postwagens, over het jaar 1836, heeft verder kunnen blyken, dat omtrent de waarneming dier geconcessioneerde diensten evenmin ais wegens de rytuigen, paarden en de verdere toestellen, eenige moeyilykheden zyn gerezen, doch dat, door gem. Ambtenaar op last, voortgegaan zynde met het consta teren van de clandestine diensten of het ryden der zoogenaamde Snonwagens, van deze Stad op den Moerdyk en de route van Antwerpen, waarvan behalve by de deswege gevoerde correspondentie, ook in de voorgaan de verslagen is melding gemaakt) zulks ten gevolge heeft gehad, dat de in deze zaak betrokken voerlieden Gerrit Schrick en Arie Bastiaan Simon te Moerdyk alsmede Adriaan RopsAdriaan Verhoef en Hendrik Rops binnen deze Stad woon achtig, by vonnis der Regtbank van eersten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1836 | | pagina 19