JZ3
door ons opnieuw aan te wenden pogingen, om de
bedoelde leden der Commissie van administra
tie van den tyd, ofte hunne erven, tot het
afleggen eener Rekening en verantwoording in forma,
te brengen, om de daarby vermelde
redenen, met geen grond, eenig resultaat ware te
verwachten; En waarop alsnu tot vervolg
diene, dat ofschoon, overeenkomstig de verorde
ningen by het Konink. besluit van 1 April
1835 (Staatsbl. No.5 van onze gemelde lyst
of Staat, vervolgens op name in de Staats
courant is gedaan, zich tot heden geene
der belanghebbenden hebben aangemeld, om
de te reclameren of hunnen regten tegen de
bedoelde administrateurs te doen gelden.
13 Onderwys
De voortdurend kwynende toestand der
Latynsche Scholen in deze Provincie
en dus ook van deze Stad, de aandacht
van het Gouvernement getrokken hebbende
heeft zulks ten gevolge gehad, dat by Uwer
Exc, missive van den 6 Mei 1836 A No. 15
is verzocht om onze gedachten mede te deelen
der oorzaak welke daartoe aanleiding geeft,
alzoo toch de Rector alhier onder de bekwaam
ste en meest geschikte mag geteld worden;
alsmede om de middelen aan de hand te geven
die wy geschikt zouden oordeelen, om den bloei
dier Scholen, zoo veel mogelyk te doen herleven