dien ten gevolge het Kohier van 183^/7, ofschoon de opcenten dezelfde waren gebleven, weder ƒ336,99 van het geheel totaal berekend, minder dan van het vorige dienstjaar 183^/6; terwyl wat de per sonele Belasting betreft, deze, door de reductie der opcenten voor 183^/7 voor het Ryk op 15, en nu nader volgens de wet van 21 December 1836 (Staatsblad No.60) voor 183^/8, op slechts 5 opcenten van lieverlede meer dragelyk zal worden.- Wat de Grondbelasting aangaat, deze is voor 1836 weder eenigermate ƒ180 minder dan 1835, gedeelte- lykt veroorzaakt door eenige vermindering in de belastbare Som, en anderdeels door eene geringe reductie der evenredigheid daarvan per gulden met de belasting zelve. Intussen heeft het Stedelyk geenzins het genoegen in de voldoening mo gen hebben, dat aan deszelfs regtmatige reclames in 1832 en 1833,- waarvan by de omslagen over die 0 jaren op de 3 rubriek wegens de werkzaamheden van het Kadaster is melding gemaakt/.,- is voldaan geworden, alzoo by Uwer Exc. besluit van den 7 Mei 1836 D No.1, is kennis gegeven, dat de Staats-Commissiebenoemd tot onder zoek der begrootingen van de Eigendommen van oordeel isdat die begrootingen voor deze Stad behooren te worden gehandhaafd, alzoo er geene overschatting in verhouding tot andere is gebleken,- en waarin dus ligt opgesloten, dat de bepalingen der Wet van 19 December 1834 /Staatsblad No,34/ waarby ook voor het ver volg da omslag in evenredigheid van de belast bare opbrengst door het Kadaster aangewezen, is vastgesteld, met beperking alleen voor de verhoogde Provinciën, zoo als Noord-Braband/ dier verhooging op de helft,- ookcin de toekomst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1836 | | pagina 2