ten gevolge verkregen concessie,is opgevat.
Dat aan Adrie van den Berg c.s. te
Sleeuwyk,autorisatie is verleend tot het
aanleggen van een rytuig,bespannen met twee
paarden en rustende op veren of riemen,
bevattende 10 a 12 zitplaatsen,dagelyks
des morgens van deze stad en des namiddags
van Sleeuwyk afrydende,tot vervoer
van personen en goederen,tegen eene
vracht van ƒ1 ,25 per persoon;en
dat dus (behalve de verder doorrydende
deligences),met de onderneming van P.M.
leerintveld,van wiens concessie in het
vorig verslag is melding gemaakt,er reeds
twee ondernemingen op die route bestaan.
Dat door J.N.Dam te Bergen op Zoom
is verzocht en verkregen om,gerekend
van 1 January 1838,zyne dienst op deze
Stad,welke tot dusverre om den anderen
dag van ieder der beide plaatsen afreed,
dagelyks te doen vertrekken,en wel
van Bergen op Zoom deswegens ten zes en
van Breda des namiddags ten twee ure
Ofschoon wy hebben moeten in het midden
laten,of,en in hoe verre het dagelyks
vervoer van reizigers tusschen Moerdyk
en deze Stad,als eene clandistine onder
neming ware te beschouwen,waar den
Kommissaris van Policie door ons steeds
was gelast,zich naar de gegeven-bevelen
