daartoe tegen het vagahonderen van vreemde lingen, zoals op 15 vermeld,nauwkeurig toegezien,waaromtrent zowel door de plaatselyke policie als de Koninklye Marechausseesteeds den behoorlyke pligt wordt betracht, terwyl ook door de Militaire Autoriteit door het vigeleren op vreemdelingen by de aankomst binnen de Vesting,daartoe ernstig de hand geleend wordt. 22 Landbouw en Veeteelt. Deze rubriek alhier ter stede niet van toepassing zynde,wordt dezelve, even als in de vorige jaren,negatief beantwoord. 23 Rampen en Onheilen. Deze stad in den jare 1837 geene rampen of onheilen van noemenswaardige aard getroffen hebbendehebben wy het geluk daaromtrent by deze mede negatieve melding te kunnen maken. 24 Medewerking van Autoriteiten en Ambtenaren. Moge deze vesting nog immer in Staat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1837 | | pagina 41