plaats melding,dat deze stad op den 29 Juny 1837,het geluk heeft gehad, zyne Majesteitonzen geliefden koning, binnen derzelver muren te zien,by welke gelegenheid Hoogstdezelwe aan het stad huis (hetwelk daartoe was ingerigt) is afgestapt en aldaar aan de onderscheidene Militaire-,Burgerlyke- en Reg- terlyke Autoriteiten,alsmede aan vele Ambtenaren en particulieren heeft au diëntie verleend,terwyl Z.M0verder ook de Koninklyke Militaire Aka- demie,heeft bezoeht,voor welke vooraan het Kasteelplein,een eereboog (gelyk ook op onderscheidene plaatsen elders in de stad alle met toepas- selyke opschriften was geplaats^trek kende het ons voorts tot een byzonder genoegen,hier te mogen byvoegen,dat de koning hoogètdesel£s te vredenheid over de ontvggst alhier ter stede, wel op eEnernngndubbelzinnige wyze heeft gelieven aan den dag te leggen,en ons heeft verzocht zulks ook aan de goede burgery kenbaar te maken,aan welke uitnodiging door ons dadelyk is voldaan. Dan,zo zeer als het Stedelyk Bestuur mogt deelen in de vreugde der blyde komst van Z.M.in deze veste,heeft de Raad toen Hoogstdezelve ten gevolge

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1837 | | pagina 43