1836 N 578 gevraagde toestemming,om ook het tweede 1-/.5 der leveancien en presta tiën aan de Russihêhe en Pruissische troepen van 18i3 en 1814,alsmede het tweede 1/3 op de nog resterende eigen Stads schulden te kunnen kwyten,voor zo verre die beide soorten by den Raad als liquide zyn beschouwd en daarop reeds dienvolgens 1/3 van stadswege was betaald geworden, (behoudens nogthans weder,voor zo veel betreft de pretentien wegens de Russihche en Pruissische troepen der reclame daartegen der Stad op het Ryk)deze toestemming,zeggen wy,by besluit van Heeren Gedeputeerde Staten van den 14 July 1837 Lett F,P, afdeling van Financien,verleend zynde,met autorisatie om tot die betalingen,als buiten gewone uitgaaf,te beschikken over de fondsen in de Stedelyke Kas voorhanden,isom de belanghebbenden daarvan zodra mogelyk te doen jouiaseren,daartoe dadelyk het nodige verrigtweshalve ook in dit jaar met die liquidatie weder zoo verre mogelyk is gevorderd;zullende de kwyting van het restant daarvan en van het laatste 1 3 der in der tyd onbetaald geblevene 2/3 van Stads Interessen over 1810-1814 en der lyfrenten over 1810 tot 1813 beide ingesloten,zodra doenlyk een nader

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1837 | | pagina 45