/I J 7 Gemeente*s Begrootingen De reden om welke in de voreig jaren wel eens oponthoud in het tydig inzenden der Begrooting heeft plaats gehad, namelyk, om inmiddels, door de voorafgaande afsluiting van de financiële dienst des vorigen jaars, te heter het rendement der Stedelyke Belastingen te kennen en daarnaar de raming te kunnen doen, alsmede om intussen ook een beter oves- zigt over het vereischte voor Stads onder houd enz. te erlangen,- deze zelfde reden heeft te weeg gebragt, dat de Stedelyke Begrooting over 1838, eerst den 7 April by den Baad is gear resteerd, en, om de overschryving met de bylagen in quadruplo) niet voor den 12 Mei Sub No.327 is kunnen ingezonden worden,- waarop dezelve al spoedig den 22 Mei) by Hun EdGrAchtb. is geapprobeerd, hetwelk van het vertrouwen in de aangewende zorg by het opmaken, naar ons inzien, doet blyken. De Begrooting voor 1839 is reeds nagenoeg gepreponeerd, en zal dezelve, zoodEa mogelyk aan den goedkeuring van de Stedelyken Raad worden onderworpen. 8 Aanzuivering: der Gemeente 's Rekeningen O Ofschoon het werk van Stads Rekeningen, wegens den omvang met de afschriften) niet altyd met dien Spoed kan worden behandeld, als zulks by eene betere mogelylfheid daartoe, zoude op den voorgrond staan, heeft hetzelve nogthans zoo veel doenlyk, eenenvasten gang, dat is: dat telken jare, de Rekening uiterlyk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1838 | | pagina 15