al spoedig ontoereikende, om in den algemeenen
nood, niet slechts der gewoone bedeelden, die
nu extra bedeeling moesten erlangen, maar
ook eenigermatè in de vele behoeften van
anderen en verdere huiszittende armen, te
voorzien, en is daarom aan het Armen-
Kollegie, in de maand January, tot tweemaal
toe, het doen eener algemeene Kollecte
aan de huizen der Ingezetenen, toegestaan
geworden, maar, ofschoon dit beide ruim
ƒ1400 hebben opgebragt, en er, behalve
dien, door particuliere giften, regtstreeks
aan de noodlydenden nog veel werd bygedragen
alsmede door eene Commissie uit het
alhier gevestigd departement tot Nut
van het algemeen, door uitreiking van warm
voedsel en brandstoffen, nog veel tot lee-
niging werd gedaan, Vermogt dit alles niet
te verhinderen, dat door voormelde
Armen Kollegie, by het hervatten der
Koude in February, by het Bestuur werd
aanzoek gedaan om eene buitengewoone Subsidie
van ƒ1200 te erlangen, waaraan echter, in
afwachting van het bevind der onvermydelyke
noodzakelykheid, aanvahkelyk slechts in zoo
verre werd voldaan, dat op de rekening der
gewoone Subsidie, die niet minder dan ƒ8000
bedraagt, dadelyk een voorschot den gevraagde
Som werd verleend, doch is evenwel nader -
hand, die ƒ1200 door den Raad, onder
autorisatie van Heeren Gedeputeerde Staten
werkelyk als buitengewoone Subsidie over 1838
toegekend, onder den last nogthans, dat zoo
wel van die Som, als van het rendement
der Koliekten, afzonderlyke verantwoording
zoude plaats hebben,,