der afkondigingen vermeld met byvoeging in de
aldaar bedoelde publicatien van het noodig
ondérrigt volgens het Prolineivblad van 1838
No.9, wegens de eventueel in te dienen reclames
doch tot vermindering zoo veel mogelyk van welke
het behoorlyk opmaken van den jaarlykschen Staat
door den Ontvanger,- der eigendomsovergangen,
zoo veel mogelyk wordt gefaciliteerd.
Ten aanzien van de bevordering van de algemeene
beschryving voor de Patenten en de Personele
Q
Belasting, dienstjaar 183 /9, is almede door ons
zoo op het voetspoor der vorige jaren, als over
eenkomstig de Provinciale bladenNo. 63&64,
dadelyk het noodige verrigt en is die beschry
ving dan ook weder geregeld afgeloopen.
Het Kohier der Patenten, waarvan de opcénten
7
sedert 183 /8 tot 5 zyn gereduceerd, bedroeg in
het geheel ƒ12276,08, zynde /93>08 meerder
dan in gemeld jaar, waarvan dus de reden
en de aangifte, zelve of de Klassificatie is gelegen.
De Kohieren der Personele Belasting achter-
volglyk ontvangen wordende, bieden, tevens om
de Suppletaire Kohieren minder gelegenheid t®t
juiste vergelyking aan» De vermindering der
opcenten daarop sedert het vorige jaar mede
tot 5, is wel van gelukkig gevolg voor de invordering,
doch in de hoogte dier belasting
op zich zelve, blyft deze immer als het meest
drukkend te beschouwen, daar het gezamen-
lyk totaal, die der andere Kohieren ruim
te boven gaat en nagenoeg alle Standen treft,
ook dezulke, welke geene noemenswaardige
bezittingen hebben, waarom dan ook de door den
Ontvanger te doen aanmaningen, deze belasting
meer byzonder tot onderwerp hebben.
Intussen wordt door ons nimmer nagelaten,