7 Gemeente's Begrotingen. Reeds meermalen zijn door ons de redenen op gegeven, om welke de Stedelijke Begrotingen niet ten bij het Regeringë Reglement bepaalde tijde zijn kunnen vastgesteld worden,en hierom is dan ook die van 1840, eerst den 13 Maart bij den raad gear resteerd en den 7 April met de bijlagen in vier voud ingezonden, waarna dezelve echter reeds bij besluit van HunEdGrAchtb van den 17 dier maand geapprobeerd is terug ontvangen. De begroting voor 1841,na verkregen overzigt wegens de behoeften voor Stadsfabriekagie en van het rendement der Stedelijke Belastingen van de vorige dienst, alsnu bij der hand genomen zijndeaal weldra kunnen worden aangeboden. 8 Aanzuivering der Gemeente's Rekeningen. Na dat stads Rekening over 1837on den 10 January 1840,door den Stedelijke Raad was opgenomen en getekend en op de 13 daaraanvol gende aan Heeren Gedeputeerde Staten ingezonden is bij Raadsdeliberatie van 2 Maart Lett C, aan HunEdGrAchtb voordragt gedaan tot het doen der nodige overschrijvingen, ter regeling van de dienst van 1838,welke autorisatie dan ook bereids bij besluit van den 17 dier maand is verleend en waarop den Stedelijke Ontvanger is aangeschreven,de Rekening van dat Dienstjaar, voor 1 Mei 1840 aan het Bestuur in te zenden, doch dewijl dezelve niet reeds hangende de terug ontvangstvan HunEdGrAchtb der voorgaande

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1840 | | pagina 11