bij de indiening vervolgens door het Armen Kollegie hunner Rekening over 1840,bleek dat die Adminstratietot aanzuivering van alle schulden,waaronder ook aahuAntwerpen tot een aanzienelijk bedrag een te kort had te zamen van 5793,23t (waaronder over het jaar 1840 alleen ƒ1939,90 3/4 terwijl voor dat gehele beloop van ƒ5793,23t,nader buitengewone subsidie werd gevraagd,waarin,na de opneming dier Rekening van 1840,door den Raad in zo verre is toegestemddat behoudens voorzie ning door het Armen Kollegie door andere middelen,voor ƒ1000 in dit te kort,van Stadswege het restant van ƒ4793,23x' zou gefourneerd worden,waartoe dan ook bij deliberatie van den 17 December 1841,Lett H is voordragt gedaan,doch waarop tot heden H.E.GoA.autorisatie nog niet is ontvangen. Onverminderd deze opofferingen van Stadswege, wordt alhier door onderscheidene particuliere commissien,het mogelijke gedaan,tot leniging der armoedegelijk zulks ook de intentie is van het Provinciaal Bestuurwaartoe mits dien bij besluit (Provinciaal blad N 220) aanschrijving is ontvangen,en welke partiqru- liere instellingen,in het voorleden najaar nog zijn vermeerderd met eene Maatschappij ter opbeuring der behoeftigen door het ver schaffen van werk,aan wier hoofd zich enigen der notabelste ingezetenen hebben geplaatst,welke maatschappij met allen ijver werkzaam is,om aan fondsen te vestigen en te doen auresseren;doch deze instelling nog in haren aanvang zijnde,kan van het resultaat van haren werkkring nog niets bepaaldelijk worden gezegdevenmin of en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1841 | | pagina 19