in dit jaar een gift van ƒ500 uit Hoogstdes- zelfs byzondere fondsen welwillend is toegestaan) en verder door uitdeling van Soep, brood en brandstoffen van wege het Departement Breda der Maatschappy tot nut van't Algemeen, nog .veel bygedragen; al hetwelk gewis ten goede werkt, gelyk ook het winterseizoen in 1842, onder de gunstigste mag worden geteld, doch ook waardoor de armoede, by de buiten verhouding, toenemende behoeftige bevolking, geenzins kan worden voorgekomen. Al een gunstig kunnen wy ten aanzien der Gestichten rapporteren alzoo derzelver ressources met uitzondering alleen van het Gereformeerd Armkinderhuisin betere verhouding tot de behoeften zyn; dan, dewyl de inrigtingen, behalve het oude mannen Gasthuisniet onder ons toevoorzigt Staan, en daarvan afzonderlyke tabellarische Staten, volgens ingediende opgaven, worden ingezonden, zal deswegens alhier niet in nadere ontwik keling behoeven te worden getreden; met byvoeging echter nog, dat de gebouwen, zoo veel ons bekend, behoorlyk worden onderhou den en van tyd tot tyd nog verbetering ondergaan. Wat daarentegen Stads Bank van Leening betreft, die, ingerigt overeenkomstig Z.M. Besluit van 31 October 1826 No.132, door het Stedelyk Bestuur benoemd, wordt beheerd en aan hetzelve Bestuur onderworpen en Rekenpligtig is, die Instelling, zeggen wy, draagt, ofschoon gunstig werkende, echter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1842 | | pagina 22