O
O
Breda den 31 January 1844
No 158
Beantwoording aan de
circulaire van den 20
December 1825 No 61
en daarbij gevoegde nota
Aan Z.E.den Heere Staatsraad
Gouverneur der Provincie
Noord-Brabant
Weder opnemende de jaarlijksche taak
tot het doen van een algemeen verslag.omtrenx
onze administrative handelingen en Stads aangele
genheden, alsnu over 1845waaraan bij UHBdGe
missive van den 9 December jl A No 24,is
herinnerd;met verzoek zulks met alle zorg
en nauwkeurigheid te redigeren,zullen wij
bij deze trachten aan een en ander te voldoen
en daartoe de leidraad volgen,bij de nota
van 1825 aangegeven,naar aanleiding waarvan
mitsdien alhier het eeerst wordt melding gemaakt
van:
1 De inning van sLands Middelen:
Waaromtrent wordt te kennen gegeven:
Dat tot bevordering dier geregelde inning,
van onze zijde,bij voortduring,al het mogelijke
wordt bijgedragen,als daar is:het dadelijk
geven van alle mogelijke publiciteitmet de
nodige aanmaningen,omtrent de beschrijving
voor de -personele belasting en het Pfttsntreet