dadelyk by der hand genomen, ten einde ook daarom trent aan HunEdGrA. herinnerende aanschryving van de 6 dier maand Litt. H.H.H. ten inzending voor 1 April 1845 te voldoen, en is die Rekening van 1842, ten gevolge den terug ontvang by conductoire van HEdGrA. 0 van 2 December jl., van die van 1841, dan ook reeds in dezelfde Maand van den Stede- lyken Ontvanger, by het Stedelyk Bestuur inge komen, waarby dezelve thans een punt van examanitie en onderzoek uitmaakt om vervol gens, zoodra mogelyk aan Heeren Gedeputeerde Staten te worden aangeboden. Onderhoud der Gemeente 'feWe^en en Waterleidingen De gemeenschappelyke Straatweg naar Ginneken, communicatief met het Bestuur dier Gemeente, voor een'termyn van drie jaren aanbesteed zynde, heeft het onderhoud daarvan behoorlyk plaats. De bestrating in de Stad wordt almede wel onderhouden en achtervolglyk gelyk ook de klin kerpaden, naar gelang van noodzakelykheid vernièuwd. Overeenkomstig de in 1842, tevens met het werk der gronddieping, gedane aanbesteding voor drie jaren, van het Schoon- en Zuiverhouden van Stads binnengrachten, vaarten en krekken, is die Zuivering ook dit jaar bewerkstelligd. Ook is in het voorgaar weder de Schouwvoering gedaan over de Rivier de Mark boven de Stad, tot de limiet van Ginneken; doch dewyl zulks steeds plaats heeft in verband met de Schouwvoeringen aldaar, tot bevordering der afdryving van het losgemaakte vuil, en ons door dat Bestuur daaromtrent in het najaar geene kennisgeving is gedaan, (als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1844 | | pagina 12