Intussen heeft dien algemeenen Armen ook het vooruitzigt, in het genot te worden gesteld van een elgaat van ƒ5000 daaraan vermaakt door wylen den Heer M.C.E. Versluys. overleden op den Emer onder Prinsenhage, tot aanvaarding waarvan autorisatie is verzocht, doch welke, om de vervolgens van Gouvernementswege gedane aanvrage, wegens de daaraan, volgens voornemen, te geven bestemming, nog niet is verleend geworden, maar welke,op de verklaring van het Armwezen, dat die gelden zullen worden belegd in 2-5$. Inschryvingen op het Groot boek wel niet twyfelachtig kan zyn. Dewyl de Gestichten het onderwerp uitmaken van afzonderlyke tabellarische opgaven, wordt, tevens by mangel van meerder kennis by het Stedelyke Bestuur dan daarin vervatbehalve van het oude mannen Gasthuisals zynde die administratie rekenpligtig aan dit Bestuur) daaraan als vroeger gerefereerd. Door Regenten van het R.K. Weeshuis is verzoek gedaan om autorisatie, tot verkoop van ƒ21000, inschryving 2-g-, tot hè?stel en vergrooting van hun gesticht.waartoe de fondsen de gelegenheid lieten, doch is die magtiging nog niet verleend, als zynde by Z.E. den Heer Minister van Binnenlandse Zaken daaromtrent consideratien gerezen, waarop alsnu rescriptie is ingezonden. Van de onenige gestichten (met uitzondering van het Gereformeerd Armkinèerhuismag den toestand mede niet als ongunstig beschouwd worden, De administratie van Stads Bank van Leening geene aanleiding tot byzondere consideratien opgebouwd hebbende, wordt mede tot de jaarlyksche tabel gerefereerd, alleen aanmer-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1844 | | pagina 18