Voor Stads Bank van Lening.ie om de experatie van den termijn met 1 April 1846autorisatie ver zocht, om den taux van interessen op 14 en 12 pet te blijven heffen,doch schijnt bij het Gouvernement bezwaar te worden gevonden om dien voor panden beneden de 200 hoger dan tot 13 pet te accorderen, 1 3 Onderwi.is; Hoewel altijd te min in verhouding tot hetgeen zulks konde zijn,strekt het ons echeter ten genoe gen,deze rubriek weder te kunnen aanvangen met de opgave.dat het getal discipelen aan de latijnsche scholen toenemende blijf tg-lsthans met 3 kostleerlingen,tot 25 gestegen en deze toe neming geeft het vooruitzigtzo wij hopen op eenen nieuwen bloeivooraldewijl alhier aan de meerdere vereischten ter opleiding tot het Aka- demisch onderwijs ,door de kunde van den Rector (die zelfsttot lid der commissie tot het van Gouver- nementswege ingesteld examen is benoemdgewis zal kunnen voldaan worden,en hetgeen bij eene uitbreiding in de lessen,in verband met het Ko ninklijk besluit van den 23 Mei 1845 (Staatsblad No 25),ook waarschijnlijk eene vermeerdering van leerlingen zal te weeg brengen. Ofschoon dus hier nog niet op het voetspoor van sommige andere steden,een verenigd onder wijs met de levende talen enz,is tot stand gebragt wordt echter hetgeen ook verder tot de Latijnsche Scholen,als Wis- en StelkundeGeschiedenis.Aard rijkskunde enzbehoort.behoorlijk gedoceerd. Aangaande het lager onderwijs vallen ditmaal weinig bijzonderheden te vermelden; kunnende nogthans tot vervolg worden bevestigd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1845 | | pagina 18