Maatschappij tot Nut van 't Algemeen om auto
risatie ter oprigting eener zoogenaamde Departementaal
School of bijzonder School der eerste klasse, uit
sluitend bestemd voor de kinderen der leden, ten gevolge
waarvan door Bestuurders, van het Departement
van Binnenlandsche Zaken autorisatie is verzocht
G
om Martinus Westerink, bezittende den 2 rang
en van eene acte van algemeene toelating tot het
onderwijzen in de Pransche, Engelsche en Hoog-
duitsche talen voorzien, zonder vergelijkend exa
men tot onderwijzer in hunne gemelde Departe
ment School te benoemen; waarop het berigt
der Plaatselijke School-Commissie wordt ingewacht
om vervolgens door het Stedelijk Bestuur te rescri-
beren, doch inmiddels waarvan door Heeren Ge
deputeerde Staten hunne instemming met de door
den Stedelijken Raad verleende autorisatie ter oprig
ting dier School, is medegedeeld, immers door UEGa.
te kennen gegeven, dat tegen die matiging geene
bedenking bestaat;- maar niet eveneens heeft het Ste
delijk Bestuur in deszelfs voorstel ter admissie der
door hetzelve voorgedragen onderwijzers en onderwij
zeressen moge slagen, alzoo doorgemelde UEga.
gedifficulteerdom wegens het niet bestaan ten deze
van buitengewoone gevallen, hierin van de verorde
ningen af te wijken, en dus ten hunne behoeve dis
pensatie omtrent het Vergelijkend examen aan te
vragen; ten gevolge waarvan deze zaak dan
ook nog aanhangig is, waarop na in het in
komen van het nader berigt der Plaatselijke School