JO
dering van den handel op Holland, vooral bij
eventuelen aanleg van een Spoorweg op Antwerpen
en verder ter verbetering tevens door dat kanaal
eener uitwatering zoo boven als beneden de Stad
En dient daarop bij deze tot Vervolg, dat ofschoon
de kamer met deze welwillende bemoejngen is
voortgegaan, de zaak ten princenpile weinig heeft
kunnen vorderen, alzoo een eerste vereischte de
Voorziening in de noodige fondsen, grootendeels afhan
kelijk Scheen van eene toezegging, door het Gouvernement,
dat namelijk bij het tot stand brengen van
Zoodanig kanaal, nimmer concessie voor een Spoor
weg op die lijn zou worden verleend; doch waartoe
de Hooge Regering zich niet hebbende kunnen ver
binden, zulks het gevolg heeft gehad, dat de as
sociatie, die onderneming voor eiken Teekening heeft
laten varen; blijvende nogthans de kamer de
mogelijkheid Veronderstellen, behouden bijdragen
ook door de Stad, hetzij van een kapitaal, of tot
garantie der Rentie, welke de kamer verlaagde te
kennen, doch de beslissing waarin of de bepa
ling waarvan, de Raad heeft vermeend te moe
ten aanhouden tot de bekendheid daarentegen der
Correspondentie of uitvoerders en of een Spoorweg van Ant
werpen op deze Stad, al of niet zal tot Stand ge-
gebragt worden.-
Ofschoon wat betreft de Zeeuwse-Limburgsche
Spoorweg, deze Stad zich mag Vleyen, dat bij des-
zelfs aanleg, die baan haar territoir zal naderen,
en zelfs reeds eenige uitbakening ie daargesteld, schijnt
de Uitvoering nog niet aan te vangen en welligt nog