/*-
decembee 1847 aan Uwe Bxcekk,§ook aan de Provin
ciale Commissie van Geneeskundig toevoorzigt)ge
daan, zijn gebleken dat de Heer C. J.Kleijne in
leven Stads Heelmeester in den loop van het jaar
is overleden en dat in de vacature hierdoor ontstaan
als lid der Plaatselijke Geneeskundige Commissie;door
de benoeming door den Raad van den Stads Heel en
Vroedmeester CJHeiilaerts is voorzienzijnde ter ver
vulling der betrekking van Stads Chirurgijn aange
steld den Heer M.P.H.GillemanB Heel en Vroed
meester alhierterwijl zich voorts binnen deze stad
heeft gevestigd,den Heer D.F.G. van Cooth.om
als Med Doctor de inwendige praktijk uit te oefenen
en zijnde den Heer H.H.Luhrs Med Doctor naar
elders vertrokken.
In plaats van den Heer J.F.van Mens.die in
het voorjaar had bedahkt als stads Vaccinateur
is bij besluit van Heeren Gedep Staten van den
16 february 1847 L U,als zodanig benoemd den
Heer C. J.HeiilaertsStad Heel en vroedmeester al
hier. Hoewel als beloning voor Stads Vaccinateurs
door den Raad reeds in 1846 was toegekend
ƒ30 gelijk dit bedrag ook alzo door H.E.G.A.op
de Begroting van 1847 was geaccordeerden ech
ter bij opvolgend besluit van H.E.G.A. van den 3e
Sept,die beloning vastgesteld op 1 van iedere
honderd zielen,gerekend naar de bevolking en dus
voor deze stad ad ƒ139»77, doch heeft de Raad
vermeend zich aan deszelfs besluit te moeten hou
den, om redenen vermeld in de rescriptie in tot
22 October No 1008.
Overigens wordt niets verzuimd wat tot de salu-
briteit bevordelijk kan zijn,waartoe steeds de no
dige maatregelen worden genomen;
En ofschoon geene eigenlijk gezegde besmettelijke ziek
ten hebben geheerscfethebben nogthans vooral in
het najaar zenuw zinkingkoortsen gewoed,waar
aan onderscheidene lijders.waaronder vele van een
huisgezin,zijn bezwekenterwijl later en thans