nog vele ingezetenen aan de griep, echter van geen kwaadaardigen aard zijn lijdende.— Staat van het Armwezen Niets wekt meer de zorgen van het Stedelijk Bestuur dan het Armwezen, en hoewel allee wordt aangewend om de armoede te keer te gaan, meemt dezelve niettemin hand over hand toe, waarvan ook bij het Hooge Bestuur de overtuiging schijnt te bestaan, door de genomene beperkende maatregelen ter opzending van personen naar de Bedelaars - Gestichten, ten gevoge de overbevolking.- Behalve dat met deuuitdeelingen, waarvan in het vorig Verslag is melding gemaakt, tot - half februarij is gecontinueerd, doch de langdurige werkzaamheden aanwezig waren, en welke mits dien nadeelig werkte op de Armen-fondsen, reeds in januarij de noodzakelijk ontstaan tot het doen eener algemeene buitengewoone kollekte welke op- feragt ƒ571,15, doch welke opbrengst Slechts eene onbeduidende bijdrage was, om in de vele behoeften te voorzien, en hadden mitsdien tevens ter verpligting der Administratie, en ten gevolge der nog hooge prij zen der eerste levensbehoeften vooral der granen, in het voorjaar door Commissien uit het Stedelijk Bestuur, even als in laatstvoorgaande jaren, aan de min vermogende en geen ondersteuning uit de Armen-fond sen genietende hulpbehoevenden, waartoe door de meer- gegoede Ingezetenen voor ruim ƒ1200= was ingeschre ven, weder uitreikingen van bons voor bróód tegen verminderde prijzen plaats. Dat het financie wezen der Armen-Admini- stratie niet gunstig is, zal genoegzaam blijken, bo ven en behalve de verhoogde Subsidie van Stads wege Sedert eenige jaren, uit de aanvrage om eene buitengewoone Subsidie over 1844-1846 ad ƒ6348=88-i- en zulks om daarmede zoe als het doel schijnt te zijn, de kapitalen de afgekochte geld- en rogrenten, welke gedeeltelijk tot afdoening van achterstallige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1847 | | pagina 13