te doen van /200Q=.- Ten aanzien der gestichten, venneenen wij ons tot de in 1847 ingezonden Statistieke tabellen, te kunnen refereren.- 13 Onderwijs Dat de Latijnsche Scholen Steeds in bloei toe nemen zal Uwer Excell. zijn gebleken uit het laatste verslag door Heeren Curatoren in het voorjaar ingezonden; zijnde het getal discipelen, waaronder 7 als kostleerlingen, thans 46 en alzoo sedert het vorige jaar met 10 vermeerderd, waartoe vooral bijdraagt de erkende verdiensten van den Rector, ter wijl ten gevolge de benoeming door den Raad van den Heer G. Ramakers, bezittende eene acte van al- gemeene toelating als onderwijzer van den 1 Rang tot Leraar in de Wis en Stelkunde, Nieuwe en Vaderlandsche geschiedenis en aardrijkskunde aan dezelve Scholen, in eens in een doelmatig onderwijs is voorzien, waaraan sedert het vertrek van den voorzien Onderwijzer den Heer Strootman, wiens be trekking evenwel werd waargenomen door den Ar-r rondisements-Yker alhier, behoefte heeft bestaan, alzoo er zich, in weerwil van herhaalde oproe pingen, daardoor geene geschikte en vooral niet gegra dueerde Candidaten, hadden opgedaan, waarvan voorzeker de geringe bezoldiging als de voorname oorzaak moet worden gehouden, zoodanig dat tot de benoeming van eerstgem,die om deszelfs er kende verdiensten, en algemeen kunde en ervaren heid in het geven van onderwijs in de thans volgens het koninklijk Besluit van 23 Mei 1845 (Staats- bl, No.25) gevorderde vakken, als bijzonder geschikt was voorgekomen, is moeten worden overgegaan, en welke benoeming vervolgens bij dispositie van Z.E. den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1847 | | pagina 15