0
van 5 Junij 1847 No. 132, 5 afd. ia gehomo
logeerd, en dezelve vrijgesteld van het bezit des aka-
demischen graadsi zijnde ten gevolge het verleend
eervol ontslag aan den Heer Mr.'T.'J. Hopjienbrou-
wers, als lid van het kollegie van Cura
toren, in de daardoor ontstane vacature voorzien
door de benoeming van den Heer A»F.J. Ingen-
housz med. doctor alhier.
Wat het lager onderwijs betreft, daarop moge
tot vervolg op het voorgaande dienen, dat op de
aan Heeren Gedeputeerde Staten ingediende
bezwaren tegen de binnen deze Stad bestaande
onwettige Scholen, waaromtrent het Stedelijk
Bestuur het voornemen scheen te hebben, nade
re voordragt te doen tot dezelver toelating zon
der het houden van het vergelijkend examen;-
wij deswegens het berigt der Stedelijke School
Commissie hebben ingewonnen, efa^dat ten ge
volge derzelver voorste}, door den Raad is besloten,
om onverminderd de voordragt
tot toelating van Hartinus Westerink, als Onder
wijzer in de Departementale of bijzondere'School
0
der 1 klasse, waaromtrent het Bestuur van
het Departement Breda der Maatschappij tot
Nut van het algemeen zich reeds in het vorige
jaar aan Z.R» den Heere Minister van Binnen-
landsche Zaken had gewend, ook nog bij de drie be
staande eene meisjes School, die om het bedanken
eener Onderwijzeresse was vacant geworden, te
vervallen, en twee meisjes Scholen op te rig-
ten, waarvan om de vermeerderde bevolking
behoefte scheen te bestaan, zonder vooraf te hou
den vergelijkend examen, waartoe vervolgens met
overleg der School Commissie aanvankelijk aan
Heeren Gedep. Staten, doch ten gevolge HBGa.
renvooi aan het Departement van Binnen-