landsche Zaken de admissie is verzocht voor gem.
M. Westerink alsmede van Anna Catharina
BeursElisabeth Huberta van Gogh en Clara
Wilhelmina van kerkoerleen dat bij dispositie
cL@
van gen. Heer Minister in dit 15 November 1847
0
No.184, 5 afd, voor ditmaal, doch zonder gevolg
trekking voor het toekomendede magtiging verleend
zijnde tot benoeming der opgem. personen, aan
dezelve, na aflegging der belofte van geene kinderen
op hunnenScholen te ontvangen dan die koepok
inenting ondergaan of de kinderziekte gehad hebben
door ons acte gan aanstelling in dit. 29 November
is uitgereikt, van welk een en ander aan HBG-a.
en de Plaatselijke School Commissie is kennis gege
ven; terwijl naar aanleiding der opmerkingen
van meergem. Heer Minister van Binnenlandsche
Zaken, de Commissaris van Policie is gelast op
het bestaan van onwettige Scholen te Surveille
ren en bij bereid, daaromtrent volgens de verordenin
gen te werk te gaan.-
Stads Armenschool blijft steeds aan dezelver
doel beantwoorden, en omtrent die inrigting kan
aan de gewone Verslagen worden gere
fereerd. -
Ten aanzien van het Teeken-Instituutis
het ons genoeglijk te kunnen melding maken, dat
zoo wel de inrigting als het gegeven wordende onder
wijs sedert de laajtste jaren, doch voornamelijk
in het afgeloopen jaar over het algemeen eene aan
merkelijke verbetering heeft ondergaan, en Steeds
in bloei heeft toegenomen, waartoe het volgende
moge dienens-
het Stads Teeken Instituut is gesplitst in
twee hoofd-afdeelingen s
jt Handteekenkunde - hetwelk wordt aangevangen
met het teekenen naar eenvoudige lijnen, Omtrek
afzonderlijke gedeèlten van het hoofd, het ligchaam