velerlei tegenkantingen:doch hieromtrent onder handelingen aangeknoopt zijnde,is het te voorzien dat die tot geene afdoening zullen leiden,en het Stedelijk Bestuur zich genoodzaakt zal zien,des wege de tussohenkomet der hogere Autoriteit in te roepen. Omtrent de Procedure der kleine of Markendaal— sche kerk en toren c.a.moet alhier, tot vervolg met leedwezen worden melding gemaakt dat bij Arrest van den Hoogen Raad van den 19' Maart 1847,de doorhet Stedelijk Bestuur ingestelde eiêch tot cassatie is verworpen,met veroordeling der stad in de kosten en boete van cassatiegelijk ook bij opgevolgde beschikking van Z.M. tot 26 dier maand No 5»het door den Raad aan Hoogstdezelve gedane verzoek,dat door Hoogat- derzelver tussenkomstde voorste gebouwen,aan de stad in eigendom mogten worden terugge gevenfis gewezen van de hand. 6 Invordering der Plaatselijke Belastingen s De meeste immers de voornaamste Middelen van Stedelijke Belasting,zoals het Gemaal, geslagt,gedisteleerd,enz,staan,als bij wege van opcenten geheven wordende,in een onmidde- lijk verband met 'sRijks accijnsen,waarin dit jaar geene verandering aangebragt zijnde,van zelve heeft te weeg gebragt het behoud dier middelen voor de stad;welke dan ook bezwaar lijk zouden kunnen worden vervangen,doch waaromtrentalthans niet ter zake dienende, wij hier in geene ontwikkeling zullen treden,al leen de verzekering gevendedat het toezigt door de Stedelijke geëmployeerden,op alle die midde len in verband met de cautie zoveel het geslagt betreft,op de behoorlijke aangifte,ook voor het Rijk voordelig werkt. Dat hierna volgende vergelijkenden staat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1847 | | pagina 4