7 Gemeente-s Begrootingen Na de herhaalde opmerking,dat de Stedelijke Begroting om redenen merendeels buiten ons lig gende,niet ten juiste bepaalde tijde kan aange boden worden zal het berigt zo wij vertrouwen van 1848,ijverig wordt voortgegaan en deze reeds eerlang zal kunnen worden ingezonden,gelijk zulks ook in 1847 eerst in den aanvang des jaars heeft plaats gehad,zonder dat door den spoe dige terugontvangst van Heeren Gedeputeerde Sta ten met eene doorgaans volledige approbatie,enige stagnatie in stads financiële aangelegenheden kan veroorzaakt worden. 8 Aanzuivering der Gemeentes Rekeningen; Stads Rekeningen over 1844,in den loop van dit jaar van den Stedelijken Ontvanger ingekomen zijnde,heeft bij eene daartoe benoemde Commissie het Stedelijk Bestuurdadelijk een punt van onderzoek uitgemaakten zal die alsnu na ont vang der beide afschriften,eerstdaags door den Raad kunnen opgenomen worden,en daarna onmiddelijk aan H.B,G.A. ter goedkeuring inge zonden worden;waarna de voordragt tot het doen van de nodige overschrijvingen tot regeling van de dienst van 1845 zal volgen om,daar door de opmaking der Rekening van dat jaar zoveel mogelijk te bespoedigen. 9 Onderhoud der Gemeentes Wegen en Waterleidingens De Gemeenteswegen en in de eerste plaats de stra ten en klinkerpaden binnen de stad,worden voortdurend zo goed mogelijk onderhouden of zelfs waar dit nodig is,opnieuw bestraat;van de bruggen zijn geene dit jaar behoeven vernieuwd te worden;doch is de herstelling waarvan in het vorig verslag is gesproken,gedane van het schoon

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1847 | | pagina 8