O O J van een wagen tusschen Geertruidenberg en Breda, bij besluit van 4 April 1848 G.G.G. overgebragt op naam van nu wijlen J. Groeneveldt te Raams- donk. 11 Dienst der Geneeskunst In het personeel der Geneeskunstoefenaren is in het afgeloopen jaar alleen die verandering ont staan, dat de Stads Vroedvrouw Cath.a Raad gever Wed. van Poelje is overleden, en in hare plaats door den Raad benoemd Maria Margare- tha van loghem Wed. F. Luijpen, vroeger vored- vrouw te Terheyden waarvan Uwe Exc. in de Povinciale Commissie van Geneeskundige Toevoorzigt in December ^lv is kennis gegeven.- In dit jaar hebben alhier, behalve de gewone najaars koortsen, ook weder geene epidemien van Kinderpokken, Mazelen en roodvonk gegrasseerd of andere besmettelijke Ziekten ga- heerschten is dus de gezondheids toestand over het algemeen genomen, goed geweest: Even wel is het Stedelijk Bestuur, ten gevolge het heerschen der Cholera-Morbus in naburige plaatsen er op ^bedacht geweest, om bij het on verhoopt ontstaan dier Ziekte vereisch- te voorbereidende maatregelen te nemen, en daartoe een geschikt gebouw tot Cholera- Gasthuis bestemmen ter opneming en ver pleging van behoeftige lijders; terwijl verder voor de Salubriteit al het noodige is gedaan, als tot de Zuiverheid der Straten en riolen, en de Zorg, zoo veel mogelijk voor eenen genoegzamen Waterstand in de havens en grachten.- Omtrent de aan de beide Ötads vaccinateurs toegekende belooning ad ƒ30.- welke door Heeren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1848 | | pagina 12