mentsijker, is door ons naar aanleiding der ordonnacie van Heeren Gedep. Staten, van den 14 Maart 1848 Lett. M.M. (Prov. bladrNo.27) de gewone publicatie gedaan dat den herijk der Maten en Ge-, wigten voor deze Stad, zoude plaats hebben van den 17 Julij tot den 27 dier maand, welke dan ook geregeld is afgeloopen, zoodanig dat ten èe_ volge het daarop door de Policie gedaan onder zoek, voor zoo verre ons bekend geene Contra- ventien wegens het ongeoorloofd gebruik van Maten en Gewigten zijn ontdekt, welke andersins dadelijk worden geconstateerd en vervolgd. Plaatselijke Policie Aan de bestaande Policie-rverordeningen wordt streng de hand gehouden, vooral is zulks het geval geweest toen ten gevolge de Staatkundige ge beurtenissen in Frankrijk in het voorjaar, zich meer dan gewoonlijk, naar dezê Stad Vreemdelingen begave, niet zoo zeer met het doel om zich alhier te vestigen, dan wel om door te reizen, waarom dan ook, naar aanleiding van Uwer Exc. des betrekke lijk geheime Circulaire van den 10 April 1848 A. G. No.25, de reeds te dezer zake bestaande publi catie van den 16 augustus 1819 is vernieuwd, en de Commissaris van Policie gelast daarop, vooral wat de herbergen en Logementen betreft, meer bijzonder toe te zien en te doen toezien, terwijl Uwe Exc. uit de Veertiendaagsche Vertrouwelijke rapporten, zal zijn gebleken, dat in weerwil van de beroerten in de naburige Landen, de publieke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1848 | | pagina 18