benoemde Commissiewaren reeds te voren met overleg der Plaatselijke Geneeskundige Commissie de nodige voor bereidende maatregelen daargesteldzowel aanvankelijk we gens de doelmatige inrigting van het ziekenhuis als later we gens het nemen van voorzorgen,met betrekking tot de reinheid der straten en ter bevordering of behoud der Salubriteit.waar omtrent het ons aangenaam was Uwer Bxc goedkeuring bij res- criptie in dd.13 Juny A.No s,te mogen vernemen.de aange tasten die op enkelen na,allen tot de mindere klasse behoren, hebben bedragen,263.waarvan zijn herseld 105 en overleden 158 gelijk die opgave aan uwe Exc is gedaan bij onze missive van den 15 December jl No 888. Men mag niet voorbijgaan zonder een woord te spreken,van de edele en menschlievende daden,aan den dag gelegd door de zusters van liefde of Geestelijke Dochters uit het R.K.Gast huis alhier,die daartoe door de Hoge Geestelijkheid welwil lend ter beschikking gesteld.de behoeftige lijders in het Cho lera Gasthuis opgenomen,en wier getal 110 heeft bedragen,met opoffering van eigen levensgevaarmet de meeste vlijt en vol harding, hebben toegepast en verzorgd .waaraan gewis menig lijder deszelfs behoud heeft te danken,gelijk ook vermelding verdient het van wege Heer Rector en Pastoor van hetzelve R.K. Gasthuis in het hevigst der ziekte gedane aanbod,om bij verdere uit breiding in dat gesticht in te ruimen en in te rigten een lo kaal voor nog een tiental lijders,doch waarvan, God zij dank, geen gebruik behoeven gemaakt te worden. Het Stedelijk Bestuur heeft dan ook vermeend deze gewig- tige diensten niet onbeloond te mogen laten,maar door het ver eren aan het R.K. Gasthuis van een prachtig geschenk, als bewijs van aandenkenvan deszelfs dankerkentenis te moeten doen blij ken ;terwijl ook de Genees* en Heelkundigen dezer stad,in weer wil van hun geschil omtrent de behandeling,mede in jsuime mate, aanspraak hebben mogen maken op de dankbetuiging van het Bes tuur, wegens derzelver onvermoeide pogingen.en veelvuldig bewezene diensten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1849 | | pagina 13