maakt,dat die scholen druk worden bezocht,ook vanuit meer verwijderde plaatsen,het getal Leerlingen bedraagt thans40 waaronder 12 kostdiscipelen,terwijl van al de jonge lieden,die dit jaar tot het Staatsexamen,tot Lid van welke commissie de Rector opnieuw was benoemd,zijn toegelaten,en niet één is afgewezen geworden. Door de vermeerdering van het personeel der onderwijzers en onderwijzeressen in het laatst van 1847,is aan eene langge- voelde behoefte tot het erlangen van een behoorlijk Lager Onderwijsvooral naar ieders godsdienstige begrippen,in ruime mate voorzien,zodat over dit onderwerp verder kan worden heen gestapt,met te kennen geven nogthans,dat bij het doen van aanzoeken,tot oprichting,van nadere scholen,door onsin den geest der circulaire van Z.E,den Minister van BinnenlZaken (medegedeeld bij het Prov.blad van 1849 No109)de meest mogelijke vrijgevigheid zal worden in acht genomen,terwijl voort door de Policie op het bestaan van onwettige scholen,in strijd met de thans nog in werking zijnde wettelijke bepalingen,zoveel mogelijk wordt gesurveilleerd. Stads Nederduitsche- en fransche ko'st'Sehool is in het laatstvoorgaande jaar aanmerkelijk toegenomen,het getal kost leerlingen bedraagt 39,meest allen van elders;aan Stads Ar menschool wordt aan 480 behoeftige kinderen onderrigt gegeven. Het Stads-Teeken Instituut beantwoord steeds meer en meer,aan deszelfs doel,waartoe bijdraagt zoveel de kunde en vlijt der onderwijzersals hunne bijzondere geschiktheid tot het geven van onderwijs in de beide vakken,van Hand- en Bouw- teekenkundewaardoor een aantal kwekelingen dit gesticht als nuttige leden der Maatschappij hebben verlaten.Wij mogen ons derhalve te dezer aanzien referen,aan het breedvoerig vermelde in het verslag over 1847,en nemen de vrijheid Uwer Exc aan dacht op dat belangrijk onderwerp te vestigen. 14ï Maten en Gewigten Stelsel. Naar aanleiding van de ordonnancie van Heeren Gedep Staten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1849 | | pagina 16