Breda den 31 January 1850
No 1 18
Algemeen Stedelijk
Verslag over 1 849
Ter voldoening aan uwer Bxc herinnerende
Missive van den 13 Deoènber 1849 A No 13,hebben wij de eer
uwe Excellentie hierbij aan te bieden,het algemeen Stedelijk
Verslag over 1849bevattende al die bijzonderheden welke wij
ter zake hebbem dienstig geachtzijnde bij de opmerking
gevolgd.de bij de circulaire van 20 December 1825 No 61.ge
voegde Nota,daartoe aangegeven leidraad,zodat wordt aan
gevangen met
1 De inning van BLands Middelen.
Het stelsel van 'sRiJks Belastingen,en de wijze van heffing
op denzelven voet gebleven zijnde,is ten bevordering van der-
zelver inning als gebruikelijk te werk gegaan,namelijk door
het geven van onmiddelijke publiciteit aan de gearresteerde
kohieren,het doen der JaarliJksche bekendmakingen,wegens het
in gebruik stellen tusschentiJds van voorwerpen der Personele
Belastinge de rondschrijving telken Jare der aanwezige Varken
en wat dies meer zij;met dat gevolg,dat de achterstallen,wedt
niet noemenswaardig zijn geweest,en voor zo verre die al heb
ben bestaan,in geene deele waren toe te schrijven aan onwil
of tegenstreving aan de wettelijke bepalingen,maar merendeels
enkel uit onvermogen der belastingschuldigen,zoals blijkt uit
de JaarliJksche staten van oninbare posten,die door ons niet
dan op een overlegd Proces Verbaal van het deswegens gedane
onderzoek worde getekend.