11 IS Toorts worden de watertrappen,leuningen, en andere waterleidingen mede "behoorlijk onderhouden en daaraan gedurig de uoodlg© répara1 ti'éa en vernieuwingen, aaagebragt» f. EAVKHS m QRACBTM De Haven-en andere Kaai-muren,bescho©yi*gea,dri jfboomen, taluds enz»,vereischea nog vele herstellingen,niettegenstaande aan de zelve gedurig veel wordt ten koste gelegd,zijnde daarvoor weder ©em gedeelte ter vernieuwing op de Begroeting van 1852,welke is goedg@keurd,gebragt geworden. Het schoon-,zuiver- en op behoorlijke diepte houden van de Haven en andere grachten,wordt publiek aanbesteed en levert,na de ver dieping dier vaarten,steeds het beste resultaat op#-de kosten daartoe vereischt,worden met afwijking in zoo verre van het bepaalde bij art.12 van het Beglement van 14 Augustus 1822 Lettö deels door de Gemeente en deels door de gelanden gedragen,volgent de daarvan met overleg der respective Yaartmeesters,opgemaakte balance* of omslagen,zoo als van ouds(sedert 1653} Evenwel nemen de bezwaren tegen de voldoening dier kosten door di Ingezetenen,hand over hand toe,zoo zelfs dat vele derzelve zich hiertoe weigerachtig toonen,uithoofde van de schade die door de bewuste dieping aan besohoeying®m en fundamenten wordt toege- bragt.- In hoverre of d© gemeente in haar recht is om die kosten op de riverains te verhalen,dan wel of zij uitsluitend ten haren laste in het schbon-en diep houden dier vaarten en kreeken,be= hoort te voorzien,is een punt dat bij Uwe Tergadering in delibe ratie is. De lagen waterstand,reeds hiervoor gemeld,toegeschreven moetende worden aan de digting van de beneden-mark(Hovemb@r 1828) door het Heemraadschap van Mark en Dintel,veroorzaakt niet alleen m meerder onderhoudskosten aan het schoon-en diep houden der grach' ten,voor de beschoeyiageja,kaaimuren,huizen,trappen,bruggen enz., maar heeft tevens te&gevolge,dat de Welputten uitdroog®* en be= derven en daardoor in sommige tijden wezenlijke besefte aan gezond endtinkbaar water aanwezig is. Breda. HOOFDSTUK VI Medische Poliel® De gezondheidstoestand der lage zetenen,was in 1851 gunstig;wat het vee aanbelangt deden zich bij hetzelve geeae sporen van longziekte of andere ziekten op. Ten gevolge het he«rsohen,ia het najaar van 1850,van de kinder ziekte,hoewel van geen kwaadaardiger aard,zijn door ons,met overleg der Plaatselijke geneeskundige Commissifter voorkoming van verdere besmetting,in verband met de bestaande verordeningen tijdig de aoodige maatregelen van voorzorg genomen,waar onder op voorstel der vaccinateurs,eene uitnoodiging tot het hervaccime- ren,waarvan,hoewel in weerwil der Jaarlijksche herinnering,in den regel weinig wordt gebruik gemaaktechter aan die kuastbe» werking in het onderwerp©lijke Jaar algemeen is deelgenomen. De kinderziekte had in ffebaraaryy 1§5! haren hoogst en top bereikt. Door dezelve werd het maast aangetast d® gegoede klasss;terwijl dezelve het minst werd waargenomen bij de lagere volksklasse of d© bedeelden,welk© genoodzaakt wordende buna© kinderen te doe* vaccineren,alvorens deze op de publieke schol©* te doe* admit teren of zelve bedeeling te erlangen,minder gevaar liepen door de kinderziekte aangetast t® worden, In het tijdvak van October 1850 tot en met february 1851,zijn in het geheel door de kinderziekte aangetast 145 personen,meest allen beneden de 17 jaren,waarvan zijn overleden 14;terwijl

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1851 | | pagina 11E