17 Derhalve zijn er hier geene huis-onderwijzers aanwezig,terwijl de eenige huis«oad©rwijzeresse Mejufvrouw J.S.G. Van Deventer,zich elders als secondante ia een kostschool bevinat, ,c School-onderwijzers Gezelschap ssssss—s3Ssassssaïss4!iSSïssss:ssEsssss;«scaB:ïsïSïïasassss=!s=s Het onderwijzers-Gezelschap bestaat uit de bier ea in ae omliggen» de plaatsen gevestigde onderwijzers,welke geregeld om de 14 dagen vergadering houden, d. Latijnsohe Scholen Het getal leerlingen,waaronder 6 Eostdiscipelen,hetwelk aaa de binnen deze Gemeente bestaande Latijnsohe Scholen,onder de leiding van een Hector,Conrector en een Leeraar in de Wiskunde an nieuwe en Vaderlandache Geschiedenis;zijnde de twee eerste Litterarum Doctores en de laatste rustend onderwijzer van de 1 erang,dooh welke bij gunstige uit zondering, door het Departement van Binnen- landsoh© Zaken van het bezit van een aoademischen graad is gedis penseerd, onderwijs erlangen,bedroeg bij den aanvang dey cursus op den 1 September 1851,negen en twintig,gesplitst in de volgend© dassen als Op de 5 of laagste class© 7 «4 class© 7 3 4 2 w 6 m o l 2 9 De leerlingen der twee eerste dassen worden door den Conrector, en die der drie laatste dassen door den Hector onderwezen. De staat van het Onderwijs op deze inrigting mag niet ©agunstig worden genoemdevenwel kan niet worden ontkend,dst het denkbeeld van vrijen oveigang tot de Akademie minder gunstige resultaten levert van vlijt en ambitie der leerlingen. De school-localen,alsmede het verder gebouw der Latijnsohe Soho= len bevinden zich in vidoenden staat,vooral na de jongst aan de zelve plaats gehad hebbende vernieuwing. Bij gelegenheid der suppressie der Stads Fransohe en Kederduitsche Dostsohool in 1851,zijn bij het vorig Bestuur deliberatiea aanban» gig gemaakt,om die school te doen vervangen door een Stedelijk Gymnasium.in vereeniging met de Latijnsohe Scholen,doch waartoe het besluit,om de toen aanstaande aftreding van dat Bestuur,is aangehouden geworden,Deze zaak is,uit hoofde van de vele en gewig» tige werkzaamheden,alzoo hangende gebleven,totdat in January 1852 daarop door Docenten dier Scholen is teruggekomen,tengevolge waar» van door Uwe Vergadering is besloten,hieromtrent Curatoren der Latijnsohe Scholen te hooren,wier rapport tot heden nog wordt in gewacht. n I T 6 H F. I-I WETENSCHAPPEN IJ T e e k en I n s t i t u u t Het ïeekm-Insti tuut, hetwelk in 1825 door de Stad met geringe middelen is opgerigt en toen reeds een betrekkelijk groot aantal leerlingen telde,is sedert dien tijd Jaarlijks in bloei toegenomen en heeft zich van lieverlede uitgebreid,naarmate de gunstige in vloed meer bekend werd,die het onderwijs op het algemeen,maar meer byzoader op de nijverheid uitoefende. Sn 1837 was het aantal leerlingen reeds zoo toegenomen,dat de zalen aanmerkelijk vergroot moesten worden en op dit ooganblik wordt een© nadere vergrooting wenschelijk geacht. Het onderwijs stelt ziah ten doel om door middel van het toeken*"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1851 | | pagina 17