3 1) hij de missive van den Heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie van 18 Juny 1841 A I 13,naar aanleiding van Z.M.besluit van den 22 April te voren N 80,van het Landelijk Burger-gevangen-huis of Huis van Arrest,gehruik gemaakt tot het confinement van policie- gevangenen.Hetzelve Huis wordt van 's Lands-wega onderhouden en in de bezoldiging der beambten,de voeding en ligging der gevange nen en in alle verdere kosten,door het algemeen bestuur voorzien, hetzelve staat onder beheer van het Collegia van Regenten van het Hui3 van Arrest,waarin door het ovariijden,in den loop van 1851, van den Heer P.L,Faes,die tevens als Secretaris fungeerde,eene betrekking als Lid is opengevallen,welke tot heden niet is aange* vuld. Tot Concierge werd benoemd den persoon van G,Kaptljn,in plaats van J,Kieckens,die al3 zoodanig wegens langdurige dienst,zijn pensioen erlangde» i Gedurende het Jaar 1851 zijn in het Huis van Arrest wegens Pdlicie- overtredingen,bij afwisseling ingekomen 53 mannen en 16 vrouwen welke gedurende 100 dagen zijn ver= pleegd geworden tegen 23 Cent per dag,makende f. 23, terwijl voor het gebruik van het mobilair ad. 3 Cent per dag,door deze Gemeente is vergoed f. 5.= zoodat daarvoor op rekening der Gemeente komtf, 26,* Daarentegen hebben de Polioie-boeten,ten voordeele dezer Gemeente over datzelfde Jaar opgebragt f. 6 6,29. Geene der gevangenen hebben door hun gedrag,gedurende derzelver verblijf in het gesticht,aanleiding tot klagten gegeven. Breda H 0 0 F D S T U K XII lahdbouw. Deze Gemeente,zioh alleen bepalende tot den besloten kring der Vesting,zoo bestaat in dezelve geen eigenlijke Landbouw,waarom de mededeeling van eenige algemeene opmerkingen des aangaande,als voldoende zullen kunnen beschèuwd worden. In den Zomer van het Jaar 1850 is alhier opgerigt eene Maatschappij van Landbouw,Tuinbouw en Veeteelt,met het doel om de ontwikkeling en uitbreiding daarvan met vereenigde krachten te bevorderen en welke zich uitstrekt over het Arrondissement Breda en ongeveer 800 laden telt.Hare Statuten en Reglementen werden bij Koninklijk besluit van 16 Juny 1851 Hi39,goedgekeurd en het behaagde Z.M» daarbij tevens het Beschermheerschap op zich te nemen. Door de Eerste Afdeeling dier Maatscbappij(Breda) werd hare eerste Tentoonstelling van voortbrengselen van landbouw,tuinbouw en bloem teelt,alsmede van Werktulgen,gehouden in September 1851,welke in allen dsele aan de verwachting heeft beantwoord. De gronden in deze Gemeente bij hoveniers in gebruik,beslaan eene oppervlakte ven nagenoeg 8 bunders.Deze zijn over een aantal van 104 huisgezinnen vrij ongelijk verdeeld,zoodat er vele zoogenaamde hovenierderijen zijn,die weinig meer uitgestrektheid hebben dan tot berging van Winter-voorraad voor een a twee stuks vee en het bewaren van najaarsproüucten,door den hovenier,op zijnen buiten- akker Verzameld,gevorderd wordt. Onder deze voortbrengselen behooren aard-appelen,koolen,andijvie, Suikerij-salade,wortelen,Selderij,Scborsenelen enz,die man tot dat einde in geschikte kuilen graaft of in hoopen zet en met afval bedekt.Qp deze wijze behandeld,worden zij in den regel vrij goed bewaard, ea,al naar de behoefte gedurende den Winter,ter verkoop aangebodenjzoodanig klein plekje grond,jaarlijks geroerd en met vel© plantaardige zelfstandigheden,in verbinding verkeerende, bedeeld^is zeer vruchtbaar en voor den verbruiker van de hoogste waarde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1851 | | pagina 31