Z.M. besluit van den 27 February 1852 Ho 55, aan Zijn Ed.eervol ontslag verleend als Burgemeester dezer Gemeente en daarbij tevens in diens plaats tot die betrekking benoemd den Heer Mr. L.D.Sfana .Pit ontslag heeft op ons eenen diepen indruk gemaakt en zal voorzeker ook bij USd. met leedwezen en deelneming zijn veaJ nomen vooral wanneer men in herinnering brengt dat de Heer De Roy ,mesr dan 36 Jaren in die betreking aan het hoofd der Stedelijke Regering geweest l3,als zoodanig de belangstelling en de aohtlng d der Ingezetenen heeft verworden,hetgeen uit de laatste vrkiezing fan den Gemeenteraad zoo ondubbelzinnig is gebleken en den ijver aoor hem steeds aan den dag gelegd in het behartigen der belangen dezer gemeente. De Raad aarzelde niet om op voorstel van den Heer fungerende Burgemeester Mr.C.Pels-Rijcken,ter zijner vergadering van den 17 Maart jl.,te besluiten om den Heer De Roy wegpjns zijne aftreding ,zijn innig leedwezen te bet ui gen, onder dankzegging teven3 voor de vele en gewigtige diensten door hem in die betreding bewezen, terwijl te dier gelegenheid door U eene Commissie werd benoemd, om den Heer Mr.L.D.Storm,met zijne benoeming tot Burgemeester van Breda,namens den Raad geluk te wensohen en welke die Commissie met da meeste minzaamheid ontving Omstandigheden betrekkelijk den gezondheidstoestand van dan Heer Mr. Storm, Verhinderde Zijn Ed.tot heden zijne function te aanvaarden,thans mag men verwachten dat Zijn Ed, spoedig het Bestuur zal op zioh nemen,waarin 3edert 1 Jan&ary jUtot op heden door een der ?ifethouders is voorzien. In Uwe vergaderingen warden benoemd den 30 December 1851,eene Commissie ter herziening van het gehee- le stelsel van Plaatselijkbebeer,begaande uit de Heerea Guljd, Mastboom,Pels Eijoken,laurijssea en van der Burgh. den 14 January 1852,eene vaste Gommisie,volgens art.54, 1 ali nea der Gemeente-wet,van Fabriekagie,zijnde de Heeren de Man, Loonen en Karstens. op dien datum eene vaste Commissie,volgens art, 166 dier wet,tot het herzien der bestaande verordeningen,tegen wier overtreding straf is bedreigd,zameagesteld uit de Heeren Burgemeester,Pels- Rijoken en Mastboom Terwijl op ondersoheidene tijdstippen andere speciale Commission werden benoemd,aan elk van welke een bijzondere tak van het gemeentelijk huishouden,tenfine van onderzoek en rapport,werd opgedragen. De beide Titularissen L. D. G. Tei .1 obin^en W. Verl e ghwerd en ter vergadering van den 4 December 1851,door TT in hunne tot dus verre bekleed hebbende betrekkingen van Secretaris en Ontvanger geoon» tinueerd,nadat alvorens den doorlaatstgenoemdén te stellen borg» tocht,door Uwe Vergadering op fl. 9000.hetzij op Hypotheek of in tnsohrijvingen op het Grootboek,naar zijn verkiezing was vastgesteld. In het personeel der verdere gemeente ambtenaren en bedienden,is met uitzondering der benoeming van een Ontvanger der Plaatselijke Belastingen,in plaats van een afgetredene,tot heden geene veran= dering gebragt en zijn hunnen dienstverrigtingen op den bestaan- den voet in stand gebleven,hoewelhet voornemen bataat om ook daarin in verband met de gemeentelijke wetsbepalingen eene wijziging aan te brengen,waartoe de voordragten ter zijner tijd aan TJ zullen worden aangeboden. Hunnen voortdurenden ijver en activiteit ih de behartiging der belangen dezer gemeente,verdient loffelijke melding. t i\

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1851 | | pagina 6